Vietnam (Vietnamees, = Land van het
Zuiden) (officieel: Viêt Nam Công Hòa Xa Hôi Chu' Nghiã = Socialistische
Republiek Vietnam) is een republiek in Zuidoost-Azië. De totale
oppervlakte van het land is ruim 330.000 km2 en Vietnam is daarmee bijna
acht keer zo groot als Nederland.
Vietnam grenst in het noorden aan China (1281 km), in het noordwesten
aan Laos (2130 km) en in het zuidwesten aan Cambodja (950 km). De
maximale afstand van noord naar zuid is 1650 kilometer en de breedte van
het land varieert van maximaal 600 kilometer tot 50 kilometer in het
midden van het land tussen Laos en de Zuid-Chinese Zee. De totale
kustlijn is meer dan 2500 kilometer lang en loopt van noord naar zuid
langs de Golf van Tonkin, de Zuid-Chinese Zee of Bien Dong en de Golf
van Thailand. Voor een groot deel zijn dit natuurlijke grenzen, want
Vietnam wordt van Laos en Cambodja gescheiden door het Truong
Son-gebergte.
Tot het grondgebied van Vietnam behoort een keten van duizenden
eilandjes en bovendien claimt de regering nog een aantal andere
eilanden, waaronder de Paraceleilanden (400 kilometer ten oosten van Da
Nang) en de Spratleyeilanden (500 kilometer van de zuidoostkust).
Het grootste eiland van Vietnam, Phu Quoc, ligt in de Golf van Thailand,
net buiten de territoriale wateren van Cambodja, op 45 kilometer afstand
van Ha Tien. Phu Quoc is maximaal 45 kilometer lang en 30 kilometer
breed en heeft een oppervlakte van ca. 1300 km2. Phu Quoc behoort tot de
uit 16 eilanden bestaande archipel Dao Phu Quoc.
|
Het grootste
deel van Vietnam, ca. 75%, bestaat landschappelijk gezien uit bergen en
heuvels.
In het bergachtige noorden of Bac Bo ligt tevens de grote, dichtbevolkte
delta (ca. 15.000 km2) van de Song Hong, de Rode Rivier. De rivier heeft
haar naam te danken aan de rode sedimenten die ze met zich meevoert.
Deze rivier is meer dan 1200 kilometer lang en ontspringt in de Chinese
provincie Yunnan en stroomt naar de Golf van Tonkin in het zuidoosten.
Om overstromingen in het regenseizoen te voorkomen liggen er enorme
dijken langs de rivier. Het uitgestrekte bergland in het noorden, het
Hoang Lien-gebergte, is een voortzetting van het bergland van
Zuidoost-China met als hoogste top de Phan Si Pan met 3143 meter. Dit
gebergte vormt tevens in het noorden de grens met China en in het
noordwesten met Laos. Dit gebied was vroeger vrijwel volledig bebost,
maar nu door eeuwenlange houtkap en platbranden voor de landbouw
helemaal kaal.
Midden-Vietnam of Trung Bo heeft een smalle kuststrook die overgaat in
de Cordillera van Annam of Truong Son, die over een afstand van meer dan
1200 kilometer de grens met Laos en Cambodja vormt. Hier liggen een
aantal bergen die tussen de 1000 en 2000 meter hoog zijn. De kuststrook
bestaat hier uit stranden, lagunen en duinen.
Zuid-Vietnam of Nam Bo is heuvelachtig met als kern de Mekongdelta met
een oppervlakte van 40.000 km2. De gigantische Mekong (Cuu Long Giang =
Rivier van de Negen Draken) stroomt via een aantal landen uiteindelijk
222 kilometer door Vietnam en mondt dan uit in de Zuid-Chinese Zee. Door
het vruchtbare slib dat hier voortdurend wordt afgezet, is de
Mekongdelta een gebied dat gekenmerkt wordt door eindeloze rijstvelden.
Door de voortdurende aanslibbing wordt hier het grondgebied van Vietnam
jaarlijks met enkele tientallen meters uitgebreid.
Door de langgerekte vorm van Vietnam zijn er
grote klimaatverschillen. Het zuiden en met name de Mekong-delta is
tropisch met gemiddelde temperaturen die vrij constant rond de 30°C
liggen. Het noorden is subtropisch en boven de 2000 meter heerst zelfs
een gematigd klimaat. Vietnam ligt verder in de moessonzone van
Zuidoost-Azië en de klimaatgrens ligt ter hoogte van Da Nang.
De verschillen per regio zijn groot; als in de bergen de regentijd is
aangebroken, is het aan de kust zonnig en droog. En als het in de winter
in het noordelijke berggebied vrij koud is, is het in het zuiden lekker
warm. In Vietnam valt gemiddeld tussen de 1100 en 2600 millimeter
neerslag. Vooral aan de kust tussen Quy Njon en Vinh valt jaarlijks meer
dan 2000 millimeter door het snel oplopen van het landschap.
Vietnam kent vrij veel onweersdagen, in het noorden op ca. veertig dagen
per jaar en in het zuiden zelfs ca. zestig dagen per jaar. In het
noorden schijnt de zon gemiddeld 1167 uur per jaar, in Midden-Vietnam
2224 uur per jaar en in het zuiden weer veel minder, 1621 uur per jaar.
Het orkaanseizoen voor het zeegebied bij Vietnam loopt van 1 mei tot 1
januari, en in de maanden juli, augustus, september en oktober is de
kans vrij groot dat Vietnam door een tyfoon wordt getroffen.
In het noorden begint de zomer al in april met subtropische temperaturen
en een hoge luchtvochtigheid. Vooral in juli en augustus regent het erg
veel, naar ook in de rest van het jaar vallen er regelmatig buien. In
Hanoi valt elk jaar bijna 1700 millimeter regen. In september is het in
het noorden afgelopen met de zomer en gaan de temperaturen dalen, tot
ongeveer 15°C in januari.
In het zuiden heerst de zuidwestmoeson en dan kan het van januari tot in
april zeer heet worden met temperaturen die dagelijks ver boven de 30°C
kunnen uitkomen en tot 40°C kunnen oplopen. In april en mei wordt het
nog extra onaangenaam door de zeer hoge luchtvochtigheid, die dan
oploopt tot boven de 90%. De regentijd begint in mei en kenmerkt zich
door felle korte buien. Juli tot september is de periode waarin de
meeste regen valt. De Mekongdelta krijgt ’s zomers regelmatig te maken
met overstromingenna hevige regenval in Laos en Cambodja. Nha Trang is
met jaarlijks ca. 1200 millimeter een van de droogste plaatsen van
Vietnam. In de bergen rondom Da Lat in het zuiden daalt de temperatuur
in de winter soms tot het nulpunt.
In de noordelijke kustregio van Midden-Vietnam is het weer over het
algemeen het slechtst, met van augustus tot in januari zeer veel regen.
Dit gedeelte van het kustgebied heeft dan ook veel te lijden van
verwoestende wervelstormen of taifoens. Droge maanden zijn juni en juli.
In de
zuidelijke kustregio heerst van oktober tot en met december een
regenrijke zuidwestmoesson. De droge tijd loopt van mei tot en met
september.
Het hoogland rond Da Lat heeft een grillig klimaat met regen het gehele
jaar door. Dit wordt veroorzaakt door uitlopers van zowel de zuidwest-
als de noordoostmoesson. De relatief droge tijd valt tussen september en
maart.
Begin november 1999 had Vietnam weken achter elkaar te maken met hevige
regenval. Overstromingen kostten toen aan meer dan 500 mensen het leven.
Alleen al op 1 november 1999 werden er her en der in het land
hoeveelheden gemeten tot 500 mm in één dag. In vijf dagen tijd ving de
kustplaats Da Nang in Midden-Vietnam meer dan 900 mm regen. Normaal valt
hier in de hele maand november nog geen 400 mm. |