Bolivia
(officieel: República de Bolivia) is een presidentiële republiek in
Zuid-Amerika. Het land wordt volledig omsloten door andere landen.
Bolivia grenst in het noorden en het oosten aan Brazilië (3400 km), aan
Paraguay (750 km) in het zuidoosten, aan Argentinië (832 km) in het
zuiden en aan Chili (861 km) en Peru (900 km) in het westen. Vroeger was
Bolivia twee keer zo groot en grensde het zelfs aan de Stille Oceaan
(Pacific). In de loop der tijd heeft het land veel gebied verloren aan
de buurlanden.
Bolivia is qua oppervlakte het vijfde land van Zuid-Amerika en meet
1.098.581 km2. Het is daarmee ongeveer net zo groot als Spanje en
Frankrijk samen en ongeveer 26x zo groot als Nederland.
Bolivia ligt in het centrum van het Andesgebergte dat van noord naar
zuid over het Zuid-Amerikaanse continent loopt. Het Boliviaanse
Andesgebergte bestaat uit twee evenwijdig lopende bergketens. Daartussen
ligt een hoogvlakte (Altiplano) die op een hoogte van ca. 4000 meter
ligt. De oostelijke bergketen heet de Cordillera Oriental en daar komen
toppen voor tot 6500 meter hoogte. De westelijke bergketen heet
Cordillera Oriental en kenmerkt zich door veel vulkanische activiteit en
droge woestijnachtige gebieden. Langs de grens met Chili liggen rijen
vulkanen met de hoogste berg/vulkaan van Bolivia, de Sajama (6700
meter). Het laagste punt van Bolivia ligt bij de Rio Paraguay (90 meter
boven zeeniveau).
De hoogvlakte (Altiplano) grenst in het noorden aan het Titicaca-meer en
in het zuidwesten aan een gebied met woestijnen en zoutmeren. Het
Titicaca-meer ligt 3810 meter boven de zeespiegel, heeft een oppervlakte
van 8800 km2, is tot 400 meter diep en is het hoogst bevaarbare meer ter
wereld. Dwars door het meer loopt de grens met Peru. De Altiplano heeft
in een zeer ver verleden onder zeeniveau gelegen. Bewijzen daarvoor zijn
de vele fossiele schelpen, koralen en zeedieren die gevonden zijn. In
het oosten liggen middelhoge bergmassieven met diepe, door rivieren
uitgeslepen dalen (yungas).
Ten zuiden hiervan gaat dat gebied over in een valleiengebied (valles)
die nog altijd op 2000 à 3000 meter hoogte liggen. Het noordelijke
gedeelte van de laagvlakte behoort tot het stroomgebied van de Amazone.
Hier vinden we regenwoud (Oriente) dat naar het zuiden overgaat in een
savanne-achtig landschap met grasvlaktes (pampas). In het zuidwesten
liggen uitgestrekte salpeterwoestijnen en zoutmoerassen. |
De Andesmassieven verdelen
Bolivia in klimaatzones en zijn voor het klimaat dé bepalende factor. In
het noordelijk gelegen Amazonegebied is het klimaat tropisch en vochtig,
in het zuidoosten is het droog en heet, in de valleien is het vrij koel
en in het hoogland is het koud. Het regenseizoen valt in de zomer, van
december tot april. De winter die van mei tot augustus duurt, is het
droge seizoen.
Een andere manier om het klimaat globaal in te delen is de hoogte waarop
dorpen en steden gelegen zijn. Boven de 4000 meter is het meestal koud
(tierra fría), ’s nachts zelfs tot –20°C. Tussen de 2000 en 4000 meter
is het gematigd warm tot koud. Tussen de 1500 en 2500 meter is het vaak
aangenaam subtropisch weer (tierra templada). Beneden de 1000 meter is
het over het algemeen tropisch warm (tierra caliente).
Op de oostelijke bergketen, de Cordillera Oriental, valt de meeste
sneeuw en behoorlijk veel regen op de wat lagere delen. Op de westelijke
bergketen, de Cordillera Occidental, valt zeer weinig neerslag. Door de
constante temperatuur (9°C) van het Titicaca-meer heerst er rond dit
meer een mild klimaat. In het zuiden en de zuidwesthoek van het land
wordt het steeds kouder en kan het ’s winters streng vriezen. In het
hoge Andesgebergte is de winter, die van mei tot september duurt, zonnig
en droog. Op 4000 meter hoogte is het 10-15°C, maar voelt het door de
felle zon warmer aan. ’s Nachts daalt de temperatuur tot onder het
vriespunt. De gemiddelde zomertemperatuur ligt vaak maar enkele graden
hoger dan in de winter doordat het ’s zomers vaak regent en bewolkt is.
La Paz ligt bijvoorbeeld op 3658 meter hoogte; in januari is het
gemiddeld 10°C en in juli 7°C; er valt gemiddeld 572 mm neerslag per
jaar.
In de dalen tussen de in het oosten liggende middelhoge berggebied is
het zeer regenachtig en subtropisch warm. Dit gebied gaat over in
valleien (valles) met minder regen, en dan alleen nog in de regentijd
van december tot april. In de laagste dalen van het Andesgebergte is het
tropisch warm. In de laaglanden heerst een tropisch, vochtig klimaat.
Het vriest hier nooit, maar het kan wel ineens sterk afkoelen als de
Surazo waait, een koele zuidenwind. Ook hier valt de meeste regen in de
zomer en dat kan zelfs tot grote overstromingen leiden doordat de
rivieren de grote hoeveelheden water niet kunnen verwerken. Concepción
ligt op 490 meter hoogte; in januari is het gemiddeld 24°C en in juli
20°C; er valt gemiddeld 1141 mm neerslag per jaar. Doordat Bolivia op
het zuidelijk halfrond ligt, is het bij ons zomer als het daar winter is
en omgekeerd. |